Flashback: 12 juni in het verleden
Donderdag, 12 juni 2014
Het was vanochtend lichtbewolkt bij minima van 9,6 graden. De bewolking bestond uit Cirrus en Altocumulus floccus waarbij laatstgenoemde een onstabiele atmosfeer verraadde. Toch bleven verdere gevolgen uit en later verdwenen deze onweersverklikkers weer terwijl er slechts Cumulus humilis werd gevormd. Het enige wat in de hogere luchtlagen overbleef was de Cirrusbewolking die vanochtend reeds te zien was. De wind draaide naar noordelijke richtingen (hij is dus niet gedraaid) en was niet al te krachtig, terwijl het kwik een aangenaam en 'normaler' niveau bereikte met 23,3 graden. De stapelwolkjes verdwenen naar de avond toe weer en er volgde een zonovergoten avond. Zodra de zon wat lager ging staan werd echter de polaire oorsprong van de luchtsoort voelbaar en ging het tamelijk snel afkoelen. Tot ijzige bibbertoestanden kwam het echter niet, net zomin als tot neerslag want zelfs met de onweersverklikkers die we vanochtend nog zagen hebben we het weer kunnen redden met 0,0 mm als dagtotaal.
Vrijdag, 12 juni 2015
De Franse onweerscomplexen zijn tijdens het tweede deel van de nacht België in getrokken en het was vooral de bewolking die in Malderen overheerste. Ten zuiden van ons waren ijskappen van buienwolken te zien en de radar toonde een eerste zwakke buienlijn die op ons afstevende maar korte tijd daarna oploste. Kouder dan 11,7 graden is het niet geworden, maar het warmde slechts langzaam op zonder zonneschijn. De van noordoostelijke naar zuidoostelijke richtingen geruimde wind is flink aangetrokken waardoor het bij momenten ronduit kil aanvoelde. Je zou dus totaal niet denken dat er dikke dertigers voor vandaag voorspeld waren, en al zeker niet toen we in het zuiden steeds nieuwe bewolking zagen ontstaan. Dit was vooral Altocumulus en Stratocumulus bewolking die duidelijk door golfbewegingen werd gevormd en daardoor steeds op dezelfde plaats leek te blijven hangen. Voor de zomerliefhebbers was dit natuurlijk frustrerend daar en verder naar het zuiden een volledige heldere, blauwe lucht te zien was. Gelukkig gingen de compartimentjes van de Altocumulus undulatus (waar ook nog castellanus en floccus tussen zat en enkele stapelwolken) kort voor de middag verder uiteen liggen waardoor de zon er doorheen raakte, waarna de bewolking oploste. Het werd nu drukkend warm en de zuidoostenwind zwakte af waardoor de voorspellingen van een plakkerige, zwoele zomerdag dan toch nog gestalte hebben gekregen (eentje van 30,6 graden). Op het einde van de namiddag trok een nieuwe onweerslijn over, maar deze brak in twee waarbij de ene helft ten oosten van ons bleef en de andere helft ten westen van ons. Tijdens de avond plopten hier en daar afzonderlijke onweersbuien tevoorschijn, maar dit waren meestal pulse storms waardoor het op de meeste plaatsen droog bleef. Eén van die buien lag pal in onze aanvoerrichting maar was net afgestorven toen ze boven Malderen arriveerde waar uiteindelijk enkel de aambeeldbewolking voorbijdreef. Op de warmte had dit alles nauwelijks invloed, het bleef gewoon zwoel en plakkerig al begon het na zonsondergang toch nog een beetje af te koelen bij een naar zuidelijke richtingen verder geruimde wind. Dat we deze dag met een totaal van 0,0 mm afsloten was natuurlijk niet verwonderlijk na alle schertsvertoningen die we van de onweersbuien gezien hebben.
Zondag, 12 juni 2016
Het was broeierig en klam bij temperaturen die naar 15,4 graden zijn gezakt. De bewolking bestond uit Altostratus en Altocumulus castellanus waardoor de onweersliefhebbers zich weer in de handen konden wrijven. Maar echt veel wrijving leverde dat niet op want de onweersbuien die ontstonden organiseerden zich in een lijn die zich al ver ten noordoosten van ons bevond voordat we doorhadden dat er zo een lijn aanwezig was. Er stroomde reeds koelere lucht binnen en we zagen de oersaaie buienvariant met stapelwolken die zich uitspreidden tot Stratus en Stratocumulus onder een gesloten Altostratus dek. Dus de zonneliefhebbers hebben ook niet al te veel in hun handen gewreven. Om nog maar te zwijgen van de warmteliefhebbers die waarschijnlijk wel de nodige steun aan de reissector hebben verleend toen die koele zuidwestenwind er in begon te beuken, voorafgegaan door een paar regenbuien en maxima die kort daarvoor wel nog eventjes op 23,2 graden uitkwamen. Tijdens de avond kregen we dan toch nog diepblauwe luchten te zien, al waren ze amper een speldenprik groot in het met Stratocumulus en Altocumulus castellanus bewolking volgelopen luchtruim. Ze gaven wel aan dat er nog hoop was voor de buienliefhebbers want omstreeks 20H kregen we dan toch nog een reeks stevige hoosbuien te verwerken die uiteindelijk goed waren voor een dagtotaal van ongeveer 0,5 mm. De buienmolen bleef nog tot laat in de avond toertjes draaien waarbij het meestal zo goed als betrokken was.
Maandag, 12 juni 2017
Na een aangenaam koele nacht met minima van 13,3 graden zagen we vanochtend weer een diepblauwe lucht waarin echter talloze vormeloze wolkenflarden te zien waren die de neiging hadden om zich in west- oost geörienteerde rijen te schikken. Er verschenen later ook wat Altocumulus en Stratocumulusvelden tussen en in de loop van de voormiddag talrijker werden en een onaangenaam sombere en kille episode inluidden. In combinatie met een gure noordwestenwind was het zomergevoel hierdoor ver te zoeken vandaag, en de thermometers hadden inderdaad niet veel succes in die zoektocht want meer dan 23,1 graden kwam er niet meer uit. De bewolking zag er op sommige momenten donker en dreigend uit, maar telkens er een schaarse opklaring passeerde konden we duidelijk zien dat de onstabiliteitsdiepte erg gering was en we dus voor buien niet hoefden te vrezen/hopen. Het hoogst haalbare was een verdwaald spatje motregen, maar het kon evengoed een verdwaald druppeltje uit een sproei- of druppelinstallatie geweest zijn. Tijdens de namiddag veranderde er niet viel al zorgde thermiek van de hoogstaande zomerzon ervoor dat er meer Cumulus en Stratus fractus werd gevormd die de regelmatige patronen van het Stratocumulusdek verborgen of afbraken. Naar de avond toe verdween dit effect en begonnen deze Cumuliforme wolkensoorten weer op te lossen waardoor de nadruk op Stratocumulus kwam te liggen. Deze bewolking bleef echter zonder de eerdergenoemde stapelwolken als voedingsbron stand houden, want ze was van frontale oorsprong en markeerde de overgang tussen zachte tropenlucht net ten zuiden van ons en polaire lucht boven Nederland. En het was dus een warmtefront dat enerzijds min of meer stationair bleef en anderzijds nauwelijks actief was. We sloten de dag dan ook af met een neerslagtotaal van 0,0 mm al verschenen er tegen zonsondergang wel weer wat spaarzame opklaringen vanuit het westen.
Dinsdag, 12 juni 2018
Het was koel en luchtig bij minima van 11,6 graden en de bewolking bestond uit Cirrostratus en Stratus fractus. Deze pakte zich steeds meer samen en in het zuidoosten ging het er al snel weer dreigend uit zien. Maar in plaats van een zondvloed volgde er gewoon een kille zomerdag met Stratusbewolking waarbij er een koele bries uit het noorden stond. Het sombere en tamelijk gure weer hield de hele dag aan waarbij de maxima bleven steken op 18,5 graden. Op de satellietbeelden was een dikkere wolkenband van een tiental kilometer breed te zien die van zuidwest naar noordoost liep en net ten zuidoosten van Malderen leek te liggen. Waarschijnlijk was dit een front met koele lucht erachter aangezien we daar omstreeks 16h net noordelijk kwamen van te liggen en het toen een heel stuk frisser ging aanvoelen dan het overdag al was. De verkleumde weerliefhebbers kregen tegen zonsondergang echter mooie wolkenlandschappen cadeau als troostprijs toen de bewolking dan toch nog ging breken en overging in Stratus fractus en Stratocumulus. Het laatste licht ebde weg in zachte kleurentinten maar de tuinierders konden dit alleen maar waarnemen in de weerspiegeling van hun emmers waarmee ze bij het neerslagtotaal van 0,0 mm mochten blijven verder sleuren.
Dinsdag, 12 juni 2019
Een zeer actief regengebied wist vanochtend de Benelux te bereiken, maar het ding vloog uit de bocht waardoor uiteindelijk alleen de noordelijke helft van Nederland ermee te maken kreeg. In Malderen begon de dag dus weer met brede opklaringen, Cumuluswolkjes en een beetje Cirrus. Deze opklaringen hoorden echter bij de luchtmassa in de koude sector van de moederdepressie en het was dan ook niet verwonderlijk dat het kwik aan de ketting bleef met frisse minima van 12,8 graden om te beginnen. Overdag krabbelde de temperatuur voorzichtig naar boven en we moesten het vooral van de zwakke wind in combinatie met zonneschijn hebben om hier een zeker zomergevoel uit te kunnen persen. Halverwege de namiddag probeerde een andere, aan dezelfde depressie gekoppelde regenzone ons te bereiken vanuit het zuidzuidoosten (wat ook de windrichting was). Maar deze moest over het Ardeense reliëf om ons te kunnen bereiken en we zagen dan ook mooi op de satellietbeelden hoe de wolken door lijwerking bijna letterlijk werden opgegeten. Maar door verzadiging door verdampende regen wist de storing toch langzaam maar zeker verder te krabbelen waardoor ze ons met vele uren vertraging toch nog wist te bereiken. Ondertussen is het nog kunnen opwarmen tot 21,9 graden en was het al aan het schemeren waardoor menig buitenactiviteit toch nog kon doorgaan. En veel stelde het gedruppel niet voor waardoor het neerslagtotaal weer erg traditioneel genoemd mag worden met 0,0 mm.
Vrijdag, 12 juni 2020
De dag startte helder maar vanuit het zuidwesten zagen we al snel een scherpbegrensde laag Cirrostratus met daar vooruit evenwijdige Cirrusstreepjes opdoemen. Het zag er allemaal erg fraai en symmetrisch uit alsof het allemaal door een wiskundige is uitgetekend geweest. Er verschenen later ook Cumulus congestuswolken waarbij opviel dat ze enkel onder de Cirrostratusbewolking ontstonden. De bewolking ging over in Altostratus maar daarna werd ze weer dunner en keken we vooral tegen Cirrostratus aan. Maar nu hingen er overal stapelwolken waarvan sommigen een dreigend uiterlijk hadden. Het voelde zwoel aan bij temperaturen die van een zachte 13,3 naar een zomerse 23,0 graden zijn gestegen. Daarna dreef er weer Altostratus binnen vanuit het zuidoosten en tegen de avond kregen we erg fraaie en bijna apocalyptisch ogende Asperitas structuren te zien. Soms leek het echt wel alsof het laatste oordeel nabij was, maar zoals gewoonlijk zag het er allemaal dreigender uit dan het was. Het onweer dat zich met een zuidoostelijk briesje naar Malderen liet drijven stelde weinig voor en uiteindelijk kregen we een periode van vrij intense regenval waarbij we heel af en toe een bliksemflits zagen. Een van de ontladingen was indrukwekkend met een rijk vertakt bliksemkanaal maar al de rest bleef in de wolken verscholen. We moesten het dus vooral van de regen hebben die overigens meer dan welkom was. Volgens de radarbeelden waren het uitstervende restanten van een zeer actief onweerscomplex en mogen we ons misschien wel gelukkig prijzen dat we dit niet in volle levenskracht op ons dak hebben gekregen wat in dat geval doorzeefd had kunnen zijn. Hoe dan ook, qua neerslagintensiteit heeft het systeem niet veel ingeboet en zo kwamen we hier dan toch op 6,9 mm uit.
Zaterdag, 12 juni 2021
Tijdens het tweede deel van de nacht is de bewolking verder toegenomen en de dag begon grijs en somber met zelfs af en toe wat spatjes regen. Het kwik is op 13,5 graden uitgekomen en tijdens de voormiddag warmde het nauwelijks op bij een herfstachtig aandoend weertype. Maar wie dacht dat we met een grijze en kille zomerdag zouden opgezadeld zitten kwam bedrogen uit want tegen de middag begon de Stratusbewolking over te gaan in Stratus fractus en daarna kregen we Cumuluswolkjes te zien waarbij de zon er terug begon door te breken. De namiddag verliep dan ook bijzonder fraai en met temperaturen die op 25,2 graden uitkwamen hadden we zeker geen klagen. Er stond een verkoelend westelijk briesje en tegen de avond klaarde het helemaal op door het oplossen van de stapelwolken. De lucht was voorlopig nog van polaire oorsprong en dat zouden we geweten hebben eens de zon onder was want het kwik dook pijlsnel naar beneden en er moest dus niet teveel aan chillen op een zomerterras gedacht worden. We eindigden in koele en heldere omstandigheden en de regendruppels die vanmorgen vielen ten spijt is de teller op 0,0 mm blijven staan.
Zondag, 12 juni 2022
Een gordel van Stratocumulusbewolking liep tijdens de ochtend van west naar oost over het land terwijl het is afgekoeld tot 12,4 graden. Ze lag net ten noorden van Malderen waardoor we de fraaie geribbelde wolkenstructuren hier mooi konden zien hangen. De bewolking zat dicht op elkaar en de zon had het er aanvankelijk moeilijk mee. Langzaam maar zeker begonnen de wolkenvelden op te lossen en uiteindelijk namen Cumulus mediocris wolkjes het over. Deze ontwikkelden zich kort voor de middag en werden vrij talrijk waardoor we de zon geregeld moesten prijsgeven. Er bleven ook nog een paar restanten over van de eerdergenoemde wolkenband al ging de nadruk nu meer en meer op Altocumulus en Cirrocumulus liggen. Ook dreven er af en toe bijzonder fraaie Cirrusplukken voorbij die meestal uit uncinus, floccus en fibratus bestonden. Het contrast met de diepblauwe lucht was mooi en de stapelwolken gingen geleidelijk over in afgeplatte Cumulus humilis wat de hemel een hoogzomerse aanblik gaf. De wolkenband zelf begon tijdens de tweede helft van de namiddag weer steeds nadrukkelijker zichtbaar te worden en er ontstonden ook weer velden Stratocumulus onder waardoor we terug een periode van verminderde zonneschijn kenden. Niettemin haalden we fraaie maxima van 25,5 graden bij een zwak zuidwestelijk briesje. Boven ons was het zwaarbewolkt tot betrokken maar zowel ten noorden als zuiden van ons zagen we blauwe luchten die later in de avond weer gingen overheersen. Hierdoor eindigde de dag alsnog met overvloedige zonneschijn en vooral Cirrusveldjes die nog overbleven. Neerslag konden we uit deze zwakke storing natuurlijk niet verwachten en dus eindigden we weer met een dagtotaal van 0,0 mm.
Maandag, 12 juni 2023
Het is tijdens de nacht niet kouder dan 14,8 graden geworden en alle bewolking is weer opgelost waardoor de zon er meteen weer genadeloos tegenaan ging. In de hogere luchtlagen zagen we wel een band van Cirruswolkjes die redelijk scherp begrensd was in het zuidwesten. Deze band bleef daar min of meer hangen en er gebeurde ook niets op. Het kwik steeg weer snel richting tropische waarden al zagen we nu wel meer een oostelijke component in de wind en leek het zowaar alsof we meer koelte konden waarnemen in de windvlagen. Maar het was vooral drogere lucht die met deze verandering binnenstroomde en de stapelwolkjes die zich tijdens de namiddag vormden waren dan ook een stuk bescheidener dan degenen die we gisteren zagen. Hierbij viel op dat ze nu enkel in het noordwesten ontstonden terwijl de rest van de hemel strakblauw bleef. En dit hielp het kwik om weer naar een royale 31,0 graden te stijgen. De Cirruswolkjes in het zuidwesten bleven ondertussen zichtbaar. Dit was samen met een paar contrails de enige bewolking die nog overbleef toen alles weer door de dagelijkse gang oploste. Er volgde een warme avond waarin het lang wachten was om weer wat koelte waar te nemen. En op neerslag moesten we nog langer wachten met terug 0,0 mm als dagtotaal.
Woensdag, 12 juni 2024
Tijdens de nacht is de buienactiviteit weer gaan opleven en was het ook in Malderen een paar keer goed raak. Wellicht zijn er troglijnen of advectie aan het werk (koude bovenlucht) daar we het van de dagelijkse gang niet moesten hebben om deze buien weer aan te zwengelen. We ontwaakten echter onder een Stratus wolkendek (bij een frisse 6,9 graden) waar hier en daar wel Castellanus achtige structuren in te zien waren. Vanuit het noorden klaarde het op met terug diepblauwe luchten en we konden ons dus aan zonneschijn verwachten. Een temperatuursinversie met vochtige lucht eronder zorgde er echter voor dat het zonnige vertoon bescheiden bleef. Er ontstonden stapelwolken die zich tot Stratocumulus uitspreidden en de opklaringen werden dus meteen opgevuld met deze wolkenschermen. Heel het luchtruim werd echter niet bedekt en uiteindelijk was het gewoon een kwestie van wachten tot zo'n wolkenscherm gepasseerd was om de zon terug te zien. De bewolkingsgraad lag rond 6/8 en het was dus een kwestie van alles goed te plannen en timen om die zonnige momenten optimaal te benutten. We kregen daarvoor een vijftal kansen doorheen de dag en wie deze miste kon nog beroep doen op het droge weertype en de slechts zwakke noordwester als troostprijs. Het was dan wel koel met hooguit 16,5 graden maar voor heel wat klussen en tuinwerken was dit eigenlijk het ultieme droomweer. Tijdens de avond klaarde het uit en dreven er Cirrus en Cirrostratus velden binnen. In deze Cirrus waren prachtige Uncinus en Intortus structuren te zien die zich aftekenden tegen de diepblauwe lucht en gezelschap kregen van mooie spierwitte stapelwolkjes terwijl de resterende Stratocumulus fraaie golvende patronen kreeg. Kortom de ideale omstandigheden voor de fotografen onder ons om er RSI aan over te houden en de tuinierder die deze zeldzame droge dag maximaal wilde benutten was hetzelfde lot beschoren. Vlak voor de zon definitief wegdook achter Stratocumulus bewolking was het ook aangenaam toeven op de terrasjes al werden we daarna meteen weer met onze neus op de polaire feiten gedrukt en binnen gejaagd. Dat gebeurde dan wel niet voor we het neerslagtotaal van 0,8 mm hadden opgetekend.
Reacties
Een reactie posten