Zondag, 27 juli 2025

 Zondag, 27 juli 2025

 De dag startte grijs bij vrij zachte minima van 15,0 graden. De bewolking bestond vooral uit Stratus en Stratocumulus en het leek dus een rustige en bewolkte dag te gaan worden. Niets was echter minder waar want ten oosten van ons konden we in een kleine opklaring heel

even een glimp van forse Cumulus congestus wolken opvangen die al meteen toonden dat er wat aan de hand was. Na een tijdje verscheen er ten westen van ons pannus bewolking die zich leek te transformeren in rafelige stapelwolken die zich in een lichtgrijze kleur aftekenden tegen een donkere achtergrond. Het was een teken dat er verderop regen viel, maar de donkere kleuren begonnen al snel te verdwijnen en het leek dus vals alarm te zijn. Nog geen uur later werd de hemel ten westen van ons echter opnieuw aardedonker en even later begon het dan toch nog te regenen. Het was een licht maar gezapig regentje met kleine

druppels en het ontbreken van structuren zoals shelfclouds of een arcus lieten valselijk vermoeden dat het daarbij zou blijven. Kort daarna kwam het water dan opeens met bakken en in dikke druppels naar beneden en leek het wel alsof we in een kleine zondvloed waren terechtgekomen. De regen viel loodrecht naar beneden in een windstille omgeving en in en mum van tijd was er al meer dan 20 liter gevallen met alle gevolgen (maar ook verlossingen) van dien. Alsof het nog niet genoeg was, begon het plots te donderen en te

bliksemen, al was de bui toen reeds over haar hoogtepunt heen. De neerslag werd geleidelijk aan minder intens, het werd lichter in het westen met oranjeachtige tinten en zowat elke twee minuten was er een bliksemflits te zien. Het onweer ging er na een kwartiertje echter opnieuw uit al was de bui dan sowieso al weg getrokken. Er was niet minder dan 24,0 mm uit gevallen en wat verderop in Londerzeel wordt er zelfs gewag gemaakt van 35 liter en meer. Opvallend genoeg bleef het een paar kilometer ten noorden van ons in de richting van Opdorp/Puurs bijna helemaal droog met hooguit een millimeter. Het zwaartepunt lag duidelijk ten oosten van Malderen al kwam het ten westen van ons in Buggenhout ook tot wateroverlast, dus de bui moet er toch zal een tijdje geweest zijn gezien de zwakke westelijke stroming. Het bleef na het wegtrekken van de bui nog half bewolkt met vooral Altostratus en Cirrus densus bewolking. Deze werd geleidelijk dunner en er ontstonden blauwe strepen aan de hemel waarlangs de zon zich weer een weg tot de begane grond wist te banen. Er werden ook weer stapelwolken gevormd en die waren vooral ten zuidwesten van ons te zien waar ook nieuwe banden van Cirrus densus zijn

verschenen. De onstabiliteit en de buiendreiging was dan ook nog niet geweken en diverse plaatsen maakten al snel melding van nieuwe buien. Malderen bleef nu even gespaard en voor een groot deel van de namiddag bleef het half bewolkt in een broeierig en zomers aandoend weertype. We haalden zo nog maxima van 21,3 graden en het was vooral het uitblijven van de wind en het vocht dat het warmer liet aanvoelen dan het was. Daarna kwam er plots dikkere bewolking opzetten vanuit het westen die uit Cumuluswolken bestond die zich uitspreidden tot een dik scherm van Altocumulus. Het zag er allemaal weer donker en dreigend uit en in de verte leek het ook alsof de wolkenluchten vervaagden door egale neerslagschermen. De buien die daarop volgden waren echter maar een schaduw van het exemplaar dat we deze morgen over de vloer kregen al zouden we hier tijdens de afgelopen droogte nog een gat in de lucht voor gesprongen hebben. Het klaarde aan het begin van de avond weer op en we zagen nu een erg chaotische en dreigende lucht die uit aardedonkere Cumulus congestus wolken bestond met daartussen en boven Cirrus en Stratocumulus. De onstabiliteit was dan ook nog lang niet weg en later op de avond kwam het inderdaad terug tot een paar buien die rond zonsondergang het weerstation bereikten. Ze vulden het neerslagtotaal verder aan tot 26,4 mm.